TK-Plantengids, de unieke plantenencyclopedie van de tuinkrant
 

Fatsia - Araliaceae



Fatsia is een geslacht dat slechts 2-3 soorten kent die inheems zijn in Japan, Taiwan en Korea. Ze zijn nauw verwant aan de klimop, wat te merken is aan zowel de bladeren, bloemen als vruchten. De naam is vermoedelijk afkomstig van het Japanse hacki, wat 8 betekent en waarmee men in Japan deze plant aanduidt. Fatsia vormt dikke, verticale stengels met een sterk gelobd blad dat groter is dan bij klimop. De witgele bloemen staan bijeen in trossen en worden gevolgd door zwarte bessen.

 

Planten vinden op Plantenvinder.net, de brug tussen het aanbod en de zoekende particulier
Planten vinden op Plantenvinder.net, de brug tussen het aanbod en de zoekende particulier
Waar zijn de planten van dit geslacht verkrijgbaar?
Zie deze plantenlijst
van Plantenvinder.NET

 

Kamerplanten
Fatsia japonica ´Reticulata´ - vingerplant

Naam:  Fatsia japonica ´Reticulata´

Nederlandse naam: vingerplant

Andere gebruikte benamingen: ()

Bloeitijd: 10

Bloemkleur: witgeel

Hoogte min-max: 1-1.5

Bladeren: geel geaderd blad

Planten vinden op Plantenvinder.net, de brug tussen het aanbod en de zoekende particulier
Waar is deze plant verkrijgbaar?
Zoek het op

Planten vinden op Plantenvinder.net, de brug tussen het aanbod en de zoekende particulierPlantenvinder.NET

Naar snoeitips in de tuinkrant snoeigids voor het snoeien van Fatsia japonica ´Reticulata´ Snoeitip

 

  • deze plant bevat giftige plantendelen

Informatie, teelt:

Fatsia japonica ´Reticulata´ met geel geaderde bladeren.

Verzorging:

Veeleisend is de vingerplant niet: een koele lichte plaats zonder directe zonnestralen is voldoende voorjaren lang plezier. Af en toe een sproeibeurt wordt zeer op prijs gesteld. ´s Zomers kan deze plant ook buiten op uw terras of balkon op een schaduwrijke plaats voor een verrassend vakantiegevoel zorgen, verwennerij dus!

Bemesting:

Van april tot september elke week bijmesten

Verpotten:

Gebruik een lemig-humeus en luchtig mengsel: 2 delen bladaarde + 2 delen oude koemest + 1 deel scherp zand. Normale, kwaliteitsvolle potgrond voldoet meestal ook.

Overwintering:

Deze bonte vorm is minder als kuipplant geschikt temeer ze vrij warm en nog lichter dienen overwinterd te worden, bij een minimum temperatuur van 15 ° C. Meestal worden ze dan ook alleen als kamerplant gehouden.

Vermeerdering:

Door stekken. Neem stek van houterige twijgen.

Door marcoteren. Maak onder een bladoksel een inkeping met een scherp mes. Hou deze lip open met bijvoorbeeld een ingeklemd steentje ertussen. Neem nu wat folie om rond de stam te bevestigen. Wind de folie rondom de stam en maak de folie onderaan vast met een touwtje. Leg in de folie langs de bovenzijde nu wat vochtig mos of turf. Nu kan je de folie bovenaan ook zachtjes dichtknopen. Na enkele weken heeft dit stukje worteltjes gevormd en kan dit stuk worden afgesneden en worden opgepot. Een nieuwe plant is geboren.

Ziekten en plagen:

De meeste problemen spruiten voort uit een verkeerdelijke standplaats. Belagers zijn spint, tripsen en schildluizen. Binnenshuis kan de droge lucht er voor zorgen spinmijten zich massaal gaan ontwikkelen.


Verzorging

VERZORGING

Deze kamerplant verlangt een zonnige en lichte standplaats, tijdens de dag echter (10.00-17.00u) kan je ze beter afschermen (bron Herwig Kamerplantenencyclopedie - ISBN 9021003368) Deze kamerplant kan je best op en koele plaats zetten, de minimum nachttemperatuur mag in de zomer 's nachts zakken tot 3-10° C  (bron Herwig Kamerplantenencyclopedie - ISBN 9021003368) Deze kamerplant verlangt een matige vochtige potkluit: laat de potkluit tussen de gietbeurten door eens opdrogen (bron Herwig Kamerplantenencyclopedie - ISBN 9021003368) Deze kamerplant verlangt een matige hoge luchtvochtigheid in de kamer, d.w.z. een relatieve vochtigheid tussen de 50 en 60% (bron Herwig Kamerplantenencyclopedie - ISBN 9021003368) Deze kamerplant verlangt een normale universele kamerplantenpotgrond met een pH-waarde van 5.5 - 6.5 (bron Herwig Kamerplantenencyclopedie - ISBN 9021003368) Deze kamerplant verlangt een speciaal potgrondmengsel (zie bij de plantenbeschrijving voor meer details) (bron Herwig Kamerplantenencyclopedie - ISBN 9021003368)

(hou je muis over het plaatje voor de verklaring van de gebruikte tekens)
 

  • Standplaats lichtbehoefte: zon, halfschaduw

  • deze plant is vorstgevoelig

  • deze plant is wintergroen (groenblijvend)

  • geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema

  • Zone (USDA): 8-11


© Copyright Marbo bedrijfspromotie
Niets van deze plantengids kan verveelvoudigd worden zonder schriftelijke toestemming van de auteur!