Garrya elliptica is een bijzondere heester, die al in januari – februari in bloei staat. De lange mannelijke katjes zijn grijsgroen, de vrouwelijke zilvergrijs gevolgd
door purpergroene vruchten. Op een beschutte plaats is hij een aanwinst voor de tuin omdat hij de grijze maanden opfleurt.
Garrya elliptica
Silk tassel bush (Engels)
Garrya (Frans)
Becherkätzchen (Duits)
Garryaceae – garryafamilie
Herkomst
Garrya is inheems in de kustgebieden van Californië en Oregon. Hij groeit daar in het bos en in dicht struikgewas op een hoogte van 600 m.
Naamgeving
Deze heester werd benoemd naar Nicholas Garry, lid van de Hudson Bay Company die vanaf de 18e eeuw een belangrijke rol gespeeld heeft m.b.t. de pelshandel in het noorden van de Verenigde Staten.
Een geselecteerde plant uit Californië kreeg de naam ´James Roof´, directeur van de botanische tuin van Berkeley.
Plantkenmerken
Garrya is een groenblijvende heester of kleine boom die 8 m hoog kan worden. Hij is tweehuizig, d.w.z. dat de mannelijke en vrouwelijke katjes aan verschillende planten zitten. De bladeren zijn dik, leerachtig, grijsgroen en aan de onderzijde wollig. In het wild zijn de mannelijke katjes doorgaans tot 15 cm lang, maar bij goede selecties kunnen zij 35 cm bereiken. Garrya elliptica is winterhard, maar door ijzige wind kan het blad beschadigd worden. Dan bevriezen de katjes.
Standplaats
Garrya staat het liefst op een beschutte plaats, want hij kan niet tegen ijzige wind. Hij is geschikt als leiboom tegen een muur of schutting. Hij heeft goed doorlatende grond nodig.
Snoei
Garrya kan direct na de bloei gesnoeid worden.
Soorten
Naast Garrya elliptica bestaan er nog 12 andere soorten. Garrya fremonti, in het Engels Fever Bush genoemd, werd ingevoerd vanuit de bosgebieden van Oregon. Hij heeft wat smallere bladeren die wat lichter groen zijn dan G.elliptica . Zijn katjes bloeien iets later en zijn minder opzienbarend. Garrya ´James Roof´ heeft lange witroze katjes.
Bron: Brigit Kahlert 2006 – www.stemderbomen.nl – bewerking Rudi Van Overloop 2008.